Veel vrouwen ondervinden volgens de Landelijke Vereniging voor Vertrouwenspersonen (LVV) al decennialang ernstige hinder van ongewenst gedrag op de werkplek, en is daar te weinig of geen aandacht voor. De foute gedragingen zijn niet alleen seksueel van aard, maar nemen ook de vorm aan van pesten en seksistische en racistische opmerkingen. De LVV schat dat van het totale aantal klachten ongeveer een kwart seksuele intimidatie betreft.

‘Het seksueel misbruik en seksueel geweld dat door de actie #MeToo aan het licht is gekomen, is pas het topje van de ijsberg’, zegt bestuursvoorzitter Leo ten Brink. ‘Ik schrik van de cijfers. Ik ben bang dat het nog veel erger gaat worden als er door een grotere openheid op de werkvloer meer ongewenst gedrag boven tafel komt.’

Werknemers met vervelende ervaringen kunnen voor een aantal dingen terecht bij een vertrouwenspersoon. Zij kunnen hun verhaal doen en om advies vragen over de stappen die zij kunnen zetten. Ook kunnen zij een doorverwijzing krijgen naar professionele hulpverleners en juridisch adviseurs. Zij kunnen de vertrouwenspersoon om ondersteuning vragen bij een gesprek of bij bemiddeling met de werkgever. Als er voldoende bewijs is, kunnen werknemers een klacht indienen bij de klachtencommissie.

De meeste werknemers worden echter door hun werkgever niet ingelicht over het bestaan van vertrouwenspersonen. Het is lang niet altijd duidelijk of er een vertrouwenspersoon is. De vertrouwenspersoon is vaak slecht vindbaar, want staat niet op de site. De weg ernaartoe is dikwijls verre van anoniem.

Top is verantwoordelijk voor veiligheid

Nog lang niet alle bedrijven werken met een vertrouwenspersoon. Op dit moment heeft nog maar zo’n 40 procent van de organisaties met vijftig of meer medewerkers een vertrouwenspersoon, schat de Landelijke Vereniging voor Vertrouwenspersonen (LVV). Het werken met een vertrouwenspersoon is niet wettelijk verplicht. Iemand die een klacht neerlegt bij een vertrouwenspersoon is niet beschermd tegen ontslag. Het komt volgens de LVV voor dat de top een werknemer die klaagt over seksuele intimidatie ontslaat en de interne vertrouwenspersoon aanspreekt op het in behandeling nemen van de klacht. ‘De werkgever zit vaak niet te wachten op klachten, omdat hij niet wil ingrijpen’, zegt LVV-bestuursvoorzitter Leo Ten Brink. ‘Klachten worden niet altijd serieus genomen. Leidinggevenden nemen liever de beschuldigde in bescherming. De werknemer die de last ervaart, moet maar niet zo flauw doen. Bij klachten over hoge leidinggevenden komt het geregeld voor dat ze elkaar de hand boven het hoofd houden. Dat is niet de juiste insteek. De top is verantwoordelijk voor de veiligheid op de werkplek.’

Werknemers die hun hart willen luchten, moeten bij het secretariaat eerst het beleidsstuk opvragen met daarin de contactgegevens, legt Ten Brink uit. ‘Door ons getrainde vertrouwenspersonen geven presentaties om zichzelf beter zichtbaar te maken. Waarom niet werknemers bij aanvang in hun nieuwe functie meteen een informatiefolder geven?’

Door werknemers beter in te lichten over de rol van de vertrouwenspersoon, kunnen zij sneller aan de bel trekken. Ook weten zij beter wat ze kunnen verwachten. De mogelijkheden van de vertrouwenspersoon zijn beperkt als de leiding van het bedrijf niet meewerkt, erkent ook Ten Brink. De betrokkenheid van een vertrouwenspersoon wordt door werknemers over het algemeen als positief ervaren, maar leidt soms tot teleurstelling als niet de gewenste hulp wordt geboden.

Borstkanker

Anke (38), voormalig manager bij een woningbouwbedrijf, voelt nog altijd de spanning als ze terugdenkt aan haar leidinggevende die haar seksueel intimideert en kleineert na een meningsverschil over een ontslagronde. Anke wil minder goed functionerende werknemers nog een kans geven, hij niet. Als Anke zich ziek meldt na het zoveelste incident, wordt bij haar borstkanker geconstateerd. Net voor de eerste chemokuur hoort ze dat haar contract niet is verlengd. Op aanraden van collega’s schakelt ze externe hulp in. De vertrouwenspersoon vindt haar klacht ernstig genoeg om voor een klachtencommissie te brengen. Uit het onderzoek blijkt dat collega’s eveneens slachtoffer zijn van hun autoritaire baas. ‘Ik ben blij dat ik naar een vertrouwenspersoon ben gestapt. Zij heeft mij enorm geholpen en op de mogelijkheden gewezen. Ze nam mijn twijfels weg dat het niet aan mij lag. De hoogste directeur zei dat ik er te zwaar aan tilde als ik hem om hulp vroeg. Pas toen de klacht gegrond werd geacht heeft hij zijn straatje schoon geveegd. Het werkverband van mijn leidinggevende werd beëindigd. Anders was er niks aan gebeurd.’ Anke werkt nu voor zichzelf.

Don Quichot

Maaike (34), werkt als student bij een herenkledingzaak om haar studie te bekostigen, maar merkt dat er iets niet klopt. Zij deelt haar sterke vermoedens over fraude door de filiaalmanager met de regiomanager en de directie. Ook uit zij haar zorgen over bedreigingen en de vrouwonvriendelijke omgangsvormen onder het personeel. Haar werkgever zet pas na ruim een jaar een bedrijfsrechercheur op de zaak, die Maaike moet helpen met het verzamelen van bewijs. Na het ontslag van de filiaalmanager, die schuldig is bevonden maar tegen wie geen aangifte is gedaan, wordt Maaike gevraagd het crisismanagement op zich te nemen. Maar Maaike krijgt te weinig begeleiding. Ze wordt het mikpunt van pesterijen, intimidatie en seksisme en loopt vast. Op advies van vrienden stapt Maaike naar een externe vertrouwenspersoon, maar die noemt haar een ‘Don Quichot’ en raadt af om een klacht in te dienen omdat ze ziek is. Als de werkgever Maaike wil overplaatsen naar een minder goed betaalde functie in een andere stad en Maaike weigert, wordt ze drie maanden op non-actief gesteld. Niet lang daarna wordt bij Maaike het chronische ptss-syndroom geconstateerd en verliest Maaike wegens volledige arbeidsongeschiktheid haar baan.

Vrouwen vier keer vaker slachtoffer

Op verzoek van de Tweede Kamer heeft minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid in november 2017 een brief gestuurd over seksuele intimidatie op de werkvloer, mede naar aanleiding van de #MeToo-beweging. In de brief staat dat ieder jaar 134.000 werknemers te maken hebben met seksuele intimidatie door collega’s of leidinggevenden. Vrouwen zijn hiervan vier keer vaker het slachtoffer dan mannen. De Tweede Kamer heeft op 22 februari 2018 een debat gehad over seksuele intimidatie op de werkvloer.

Brandaris

Nicolette van Berkel (35), vuurtorenwachter op de Brandaris op Terschelling, doet begin 2016 melding van pesten, verbale agressie en seksuele intimidatie op de vuurtoren. Aanleiding voor het ongewenste gedrag van haar collega’s is haar rol als mediaboegbeeld. Met goedkeuring van Rijkswaterstaat geeft Nicolette regelmatig interviews en twittert ze veelvuldig over haar werk. Maar alle mediabelangstelling voor Nicolette wekt wrevel op bij haar collega’s, die zelf ook graag de pers te woord staan. Na het verzoek om hulp wordt Nicolette door Rijkswaterstaat al ruim twee jaar ongevraagd thuis gehouden. Op advies van een kennis neemt ze een interne vertrouwenspersoon in de arm, maar die laat haar als ‘een baksteen’ vallen als ze na diverse mislukte bemiddelingspogingen contact zoekt met een juriste van de vakbond FNV. ‘De Brandaris is de mooiste plek ter wereld. Ik wil zo graag terug. Maar ik krijg momenteel van mijn leidinggevende te horen dat ik van mijn collega’s niet op mijn werk mag terugkeren. Ik wil niet weg van het eiland omdat ik hier geboren en getogen ben. Ik ben uitgeput door het onrecht wat mij is aangedaan. Maar ik ga door met mijn strijd totdat ik volledig gerehabiliteerd ben.’Reactie Rijkswaterstaat: ‘Op dit moment loopt er een intern onderzoek naar Nicolettes zaak. We kunnen daar geen uitspraken over doen. Begin april is het onderzoek afgerond.’

Angstcultuur

Anton (30), werknemer bij een zorginstelling, verschilt van mening met zijn leidinggevende over een reorganisatie. Volgens zijn leidinggevende is het geen reorganisatie, terwijl het team wordt opgesplitst, het kantoor wordt opgeheven en de bereikbaarheid wordt verminderd. Hierdoor kunnen cliënten minder gebruikmaken van hun hulp. Daarnaast is de houding van de leidinggevende voor veel teamleden zo autoritair dat er een angstcultuur ontstaan is. Een aantal teamleden durft zich niet ziek te melden, alleen al omdat ze dan de leidinggevende moeten bellen. Anton: ‘Met dit dilemma ben ik naar personeelszaken geweest en uiteindelijk ook naar de directeur. Maar ik krijg hier geen gehoor. Hierop ben ik naar de externe vertrouwenspersoon gestapt. Het gesprek verloopt moeizaam. De enige stap die hij mij kan bieden, is om een officiële klacht in te dienen. Ondanks dat ruim de helft van mijn team heel graag zou willen dat de leidinggevende weg zou moeten, weet ik dat ze me niet steunen in een klacht. Bang dat ze hun baan verliezen. Ik hoopte dat de vertrouwenspersoon een vorm van bemiddeling kon bieden, maar hij gaf aan dat er te weinig concreet bewijs was.’ Anton werkt inmiddels in een nieuwe functie omdat zijn oude functie is komen te vervallen en werkt niet meer onder zijn vorige leidinggevende.

De namen van Anke, Maaike en Anton zijn wegens privacyredenen gefingeerd.